Care instructions
Sieraden
Met deze tips houd je jouw sieraad in topconditie
Doe je sieraden af voor het douchen, zwemmen of sporten. No worries! Je sieraad zal niet gelijk verkleuren van een spatje hier en daar, maar langere tijd in contact met water kan de kleur wel beïnvloeden.
Parfum, oliën en zonnebrand zijn onmisbare selfcare producten waar we erg blij van worden, je sieraden alleen iets minder. Kijk dus uit dat deze producten niet in aanraking komen met je sieraad om de kleur te beschermen.
Net als je eigen huid (hallo droge nagelriemen!), wordt je sieraad ook niet vrolijk van contact met de harde chemicaliën in schoonmaakmiddelen. Doe je sieraad dus af als je gaat schoonmaken (en doe je handen een plezier door beschermende handschoentjes te dragen). Kunnen jullie daarna weer samen shinen!
Materialen
Onze geode sieraden worden gemaakt van puur brass met een 24 karaat gouden gold-plating. De andere edelsteen sieraden zijn gemaakt van puur brass of sterling zilver.
Kaarsen
Voordat je de kaars aansteekt
Knip de lont minstens 0,5 centimeter voor het aansteken van de kaars. Dit voorkomt ongelijkmatig branden, druipen of opflakkeren.
Vermijd tocht, ventilatieopeningen of luchtstromen. Dit helpt om snel of ongelijkmatig branden, roetvorming en overmatig druipen te voorkomen.
Laat de kaars 2-3 uur branden telkens wanneer je hem aansteekt. Dit zorgt ervoor dat de kaars gelijkmatig brandt, en vergeet niet om de lonten bij elke brandbeurt te knippen.
Tijdens het branden
Laat een brandende kaars nooit onbeheerd achter of brand deze niet als je gaat slapen. Als je de kamer verlaat of naar bed gaat, zorg er dan voor dat je alle kaarsen eerst dooft.
Raak een brandende kaars nooit aan of verplaats deze niet. Verplaats nooit een kaarshouder wanneer het kaarsvet vloeibaar is.
Laat een kaars niet helemaal opbranden. Voor veiligheidsmaatregelen stop je het branden van een kaars wanneer er nog ongeveer 0,5 centimeter aan kaarsvet over is in de houder.
Als je meerdere kaarsen brandt, plaats ze dan minstens 7,5 centimeter uit elkaar. Dit is om ervoor te zorgen dat ze elkaar niet laten smelten of hun eigen luchtstromen creëren.
Doe een kaars uit als de vlam te hoog wordt of herhaaldelijk flikkert. Laat de kaars eerst afkoelen, knip de lont bij en controleer op ongewenste luchtstromen voordat je hem opnieuw aansteekt.
Brand een kaars nooit op of in de buurt van iets dat vlam kan vatten. Houd brandende kaarsen uit de buurt van meubels, gordijnen, beddengoed, tapijten, boeken, papier, brandbare decoraties, enzovoort.
Houd kaarsen buiten het bereik van kinderen en huisdieren. Plaats brandende kaarsen niet op plekken waar kinderen, huisdieren of anderen ze omver kunnen stoten.
Bij het doven
Gebruik een kaarsendover om een kaars te doven, indien beschikbaar, omdat dit de veiligste manier is om te voorkomen dat heet kaarsvet opspat.
Gebruik geen water om een kaars te doven, dit kan ervoor zorgen dat heet kaarsvet opspat en een glazen houder kan breken.
Voordat je de kamer verlaat, zorg ervoor dat je kaars volledig gedoofd is en er geen gloed meer is van de smeulende lont.
Raak de kaars niet aan en verplaats deze niet totdat deze volledig is afgekoeld.